Maxim Van Gils behaalde zowel in de Amstel Gold Race (7de), als in de Waalse Pijl (8ste) een plekje in de top tien. In Luik-Bastenaken-Luik wil de 23-jarige Belg opnieuw goed voor de dag komen.
Van Gils startte nochtans met een bang hartje aan z’n Ardense campagne. Hij viel ziek na de Volta Limburg Classic en kwam een tijdlang niet aan trainen toe. Uit voorzorg liet hij de Brabantse Pijl aan zich voorbij gaan, hij maakte z’n rentree in de Amstel.
Met succes. Hij sleepte een zevende plaats uit de brand en was daarmee beste Belg in de uitslag, ploegmaat Andreas Kron sprintte naar een vierde plek. Ook in de Waalse Pijl verging het de jonge renner van Lotto Dstny uitstekend met een achtste plaats. “Mits een betere positionering aan de voet van de Muur van Hoei zat er misschien nog iets meer in”, vertelde hij na afloop, “maar goed, dit was mijn eerste deelname. Hier trek ik lessen uit.”
Ook zondag maakt hij zijn debuut, deze keer in La Doyenne. Hij krijgt het gezelschap van Andreas Kron, Liam Slock, Mathijs Paasschens, Lennert Van Eetvelt, Sylvain Moniquet en Harry Sweeny. “Ik weet niet goed wat ik mag verwachten”, klinkt het eerlijk, “het wordt een totaal andere koers dan de Waalse Pijl. Dit is één van de lastigste wedstrijden van het jaar, een ware uitputtingsslag en het zal de conditie zijn die er zal spreken.”
Van Gils gelooft in zijn team. “We starten met een sterke ploeg en we zijn bezig aan een mooie reeks. De wedstrijd ligt Andreas (Kron) en Lennert (Van Eetvelt) wellicht iets beter dan mij, dus vermoedelijk zal ik in dienst rijden van de ploeg, maar in koers zelf kunnen de wedstrijdomstandigheden nog altijd veranderen. Hoe dan ook: ik ga alles geven, het is de laatste koers van het voorjaar, een Monument, dan wil je gewoon nog één keer alles uit de kast halen.”
Bovendien is er de factor Remco Evenepoel. “Eerlijk? Ik kijk er wel naar uit om met hem te koersen”, besluit hij, “daarnaast heb je nog Tadej Pogacar die op een bijzonder hoog niveau koerst. Het zal een mooie strijd opleveren, het wordt een stevige uitdaging om hen te volgen, maar het is zeker één die ik met plezier aanga.”
Foto: Maxime Van der Wielen