Vandaag blikt Kurt Van de Wouwer, sportief verantwoordelijke van Lotto Soudal U23, terug op het voorbije seizoen. Het belofteteam verzamelde dit jaar 26 overwinningen en tal van ereplaatsen, maar werd ook geplaagd door blessures.
Om te beginnen een greep uit de overwinningen. Nadat Bjorg Lambrecht vorig jaar de belofteversie van Luik-Bastenaken-Luik op zijn naam schreef, veroverde het team dankzij de winst van Stan Dewulf in Parijs-Roubaix opnieuw een klassieke zege. Dewulf had vooraf al een tijdrit en een etappe in de Triptyque des Monts et Châteaux gewonnen en was later op het jaar nog de beste in een rit in de Ronde van Oost-Vlaanderen. Alfdan De Decker won drie ritten en het eindklassement in die Ronde van Oost-Vlaanderen, nadat hij eerder op het seizoen twee etappes had gewonnen in de Tour de Solidarité. Met zijn overwinning in Brussel-Opwijk had De Decker eind februari de zegeteller van het team al meteen op één gezet. Gerben Thijssen triomfeerde drie keer, waaronder op het BK op de weg. Aaron Van Poucke, goed voor vier zeges, zorgde in de Zandberg Classic in Harelbeke eind september voor de laatste overwinning van het jaar.
Kurt Van de Wouwer: “De overwinning van Stan Dewulf in Parijs-Roubaix eind mei steekt er bovenuit qua kwaliteit. Dat was bovendien het sluitstuk van een heel goed voorjaar. Dat Gerben Thijssen in augustus de Belgische titel veroverde, is uiteraard ook een van onze mooiste momenten dit seizoen. Alfdan De Decker, een sprinter pur sang, heeft vorige winter een significante stap voorwaarts gezet, zo is gebleken. Hij begon het seizoen met winst in onze openingswedstrijd Brussel-Opwijk en slaagde erin die lijn het hele jaar door te trekken. In juli won hij twee etappes in de Tour de Solidarité en hij reed als stagiair bij Wanty - Groupe Gobert nog een heel sterk najaar.”
“Naast de 26 zeges, behaalden we ook een resem mooie ereplaatsen. Stan Dewulf werd dit jaar tweede in de Ronde van Bretagne, een van de hoogst aangeschreven rittenwedstrijden op ons programma. Daar staan niet enkel belofterenners aan de start, maar ook een aantal kleinere Franse profploegen met oudere jongens in hun rangen, dus dat was een sterk resultaat van Stan. De zilveren plak van Brent Van Moer op het WK tijdrijden voor beloften was onverhoopt. Vooraf werd gedacht dat hij een top tien mocht ambiëren, maar met zijn podiumplaats overtrof hij alle verwachtingen.”
“Het typeert ons team al enkele jaren dat we sterk presteren in de breedte. De overwinningen overschaduwen soms de ereplaatsen, maar wij schatten die zeker naar waarde. Deze jongens kunnen zich volgend jaar verder ontwikkelen binnen de schoot van onze ploeg.”
“In de Lotto Topcompetitie, die bestond uit vijf manches, eindigden we dit jaar tweede nadat we al zes opeenvolgende jaren het ploegenklassement gewonnen hadden. De vele blessures – tien van de vijfentwintig renners zijn dit seizoen voor een langere periode out geweest - hebben daar zeker een rol in gespeeld. Doordat we op dat moment ook een driedubbel programma reden, kwamen we met twee renners minder aan de start van de eerste manche. Vanaf die eerste wedstrijd moesten we achter de feiten aanhollen en dat verschil hebben we niet meer kunnen inhalen. Arne Marit won wel individueel, dat was een mooie compensatie.”